Cuenca

Cuenca
Zaterdag is onze eerste volle dag in Cuenca, een van de grote steden en vaak als de mooiste van het land beschreven. 's Morgens rijden we met de bus eerst naar een van de fabrieken van Panama-hoeden. Die komen nl. allemaal uit Ecuador en helemaal niet uit Panama. De basis is huisvlijt van duizenden vrouwen die thuis van een bepaald riet de hoeden vlechten; afhankelijk van de dikte van de vezels duurt dat 2 dagen tot enkele maanden per hoed. Dat min of meer vormeloze halfproduct wordt in de fabriek verder met bleken, verven en in vormen persen verwerkt tot een breed palet aan hoeden. Leuk om te zien. Dan rijden we door naar een mooie werkplaats waar een familie sjaals en poncho's weeft met de ikat techniek, waarbij het patroon tevoren in de draad geverfd is. Ongelooflijk hoe dat gaat en dat ze dat voor elkaar krijgen. Ze gebruiken zowel wol als katoen; de sjaals zien er mooi uit, maar missen de tactiele kwaliteit die Janke voor haar verzameling sjaals zoekt. Dan door naar het dorp Chordeleg, waar huis aan huis juweliers gevestigd zijn die allemaal nogal priegelig zilverwerk verkopen. Niet erg inspirerend, vinden wij. Er was de mogelijkheid om onderweg langs de weg te gaan eten (ook cavia), maar enkele reisgenoten vinden dat wat eng voor hun ingewanden, dus rijden we rechtstreeks terug naar Cuenca. Onze reisbegeleidster doet erg veel moeite om voor ons een plek in de stad te vinden waar cavia geserveerd wordt. Een restaurant zit tegenover een museum dat we toch wilden bezoeken, dus daar laten we ons met de taxi naar toe rijden. Het Museo del Banco Central zit wat buiten het centrum, maar is de moeite waard. Op de begane grond moderne Ecuadoraanse kunst, op de eerste verdieping een collectie pre-columbiaanse kunst, maar die verdieping is helaas wegens herinrichting gesloten... Wel is er vlak achter het museum het Parque Archeologico, waarin ruines van de oude Inca stad Tomebamba te zien zijn. De Spanjaarden hebben die afgebroken om met de stenen Cuenca te bouwen, dus meer dan de fundamenten zijn niet over, maar toch interessant om te zien. Op basis van contemporaine beschrijvingen zijn ook de oude Inca tuinen herschapen en er is een aantal hokken met fraaie papagaaien en andere vogels. Ook is er een kiosk in het park waar een Belg uit Brugge al 7 jaar Belgische wafels aan de man brengt. We zitten een tijdje leuk met hem te praten. Inmiddels is het over vieren en dat vinden we toch geen geschikte tijd om cavia te gaan zitten eten, dus laten we ons terug rijden naar het centrum van de stad. Dat staat in zijn geheel op de Werelderfgoed lijst en het is te zien waarom: heel veel historische gebouwen uit de Spaanse tijd, een hele mooie en ook heel prettige en gezellige stad. Die staat nu sterk in het teken van Moederdag: enorme aantallen kraampjes met bloemstukken en allehande knuffeldieren en kussentjes met moederdag motief. Aan het eind van de middag begint het wat te regenen en lopen we terug naar ons mooie hotel. 's Avonds vlak daar bij in een Mexicaans restaurant gegeten.
Zondag zijn we halverwege onze reis en weer vroeg op pad om een wandeling te maken in het nationaal park Las Casas, op een uurtje rijden van Cuenca hoger de Andes in (4000 m). Het park heeft spectaculaire landschappen en heel veel meren. Die worden gevuld met heel veel regen en die komt vandaag continu met bakken uit de hemel. De wandeling van 2 uur wordt dus een zeer natte en koude bedoening. Janke laat die aan zich voorbij gaan, maar ik ga met de rest van de groep op pad met een gids. Mooie uitzichten, als je de regen van je bril hebt geveegd. Heel veel door stroompjes en modder ploeteren. Er zijn bossen (op deze hoogte!) met opvallende 'papier-bomen', die erg oud zijn en een bast van vele laagjes heel dun materiaal hebben. Aan het eind vann de wandeling hebben we het ook echt wel gehad. We rijden terug naar Cuenca en hebben even de tijd om ons te verkleden en bij te komen voordat we om 2 uur aanschuiven voor het Moederdag menu in het restaurant van ons hotel. Dat is een erg lekker drie gangen menu, inclusief champagne en wijn; erg gezellig ook. Na het eten is het droog geworden en maken Janke en ik nog een mooie wandeling door Cuenca. Een erg leuke en aantrekkelijke oude stad, heel gezellig en ook allerlei mooie koloniale gebouwen (veel kerken en kloosters, natuurlijk).
Maandag is een lange reisdag. We rijden in zo'n 7 uur van Cuenca naar Puerto Lopez, aan de kust van de Stille Oceaan. Dat ligt dus ruim 3000 m lager dan Cuenca, maar eerst moeten we nog over de Andes heen op 4200 m. We stoppen bij een mooi uitzicht, waar we ook een hele troep wilde llama's zien, en verder nog een enkele stop tussendoor, maar vooral doorrijden. Het landschap verandert natuurlijk. Achter de kust ligt een laagvlakte. De mensen, de huizen en de bedrijvigheid zien er heel anders uit dan in de bergen. En het is een stuk warmer, in Puerto Lopez zo'n 28 graden. Maar voorlopig nog wel met regen. De weersverwachting belooft voor de komende dagen droog en zonniger weer, dus daar hopen we maar op. Nog een paar dagen hier bij de kust en dan door naar de Galapagos eilanden.