Cairns - Tropisch Queensland

Cains - tropisch Queensland
Onze 19 uur op Singapore Airport hebben we goed gebruikt om uit te rusten, o.m. in een hotelkamer waar we heerlijk hebben geslapen. Van de stad bekijken is dus niets gekomen. Wel elk ons boek uitgelezen.
Om half twee in de nacht van vrijdag op zaterdag ging onze vlucht van 6 uur vliegen naar Cairns, de noordelijkste grote plaats aan de Oostkust. Nou ja, groot, zo'n 100.000 mensen, maar wel het centrum van het tropische noorden van de staat Queensland. Piepklein vliegveld, dus ook snel door de douane en ook bij het autoverhuurbedrijf ging het erg vlot allemaal. Onze TomTom geinstalleerd (ja, met kaart van Australie erin) en het adres van ons hotel ingevoerd. Dat bleek nog geen 200 meter verderop in de eerste zijstraat, dus een kort eerste ritje links rijden met het stuur rechts.
Het Tropical Heritage hotel is een prima middenklasse hotel waar we een lekkere ruime kamer hebben. We lopen van daar uit naar het centrum: de straat uit naar de kust en van dar via de Walkway langs de kust richting haven. Al met al een kwartiertje lopen. Het voornaamste dat we vandaag doen is ons orienteren op de mogelijkheden in de omgeving, vooral ook richting Great Barrier Reef, dat van hier uit prima bereikbaar is. Een erg vriendelijke en behulpzame man bij de Visitor Information neemt alles uitgebreid met ons door. Dezer dagen waait het flink, wat het zicht bij snorkelen beperkt. Dat kan beter vanaf de 2e helft van volgende week, het weer zal naar verwachting opknappen (overigens is het ook nu al 27 graden met een lekker zonnetje). We maken onze plannen daarom zo dat we eerst de plaatsen in de omgeving zullen bezoeken en daarna pas gaan snorkelen. Maar voor onze eerste dag hebben we wel genoeg gedaan, gaan voor het eten nog even liggen en vallen als een blok in slaap, toevallig nog net op tijd even wakker geworden om wat te gaan eten (bij een leuk en heerlijk Indonesisch tentje aan het eind van de straat) en dan weer terug naar bed.
Zondagmorgen om 8 uur weer wakker (al staat de biologische klok nog niet gelijk) en om 9 uur op pad richting Kuranda. Dat is een bekende toeristen-bestemming hier. We gaan er heen met een lange kabelbaan waarmee je in anderhalf uur zwevend over de boomtoppen van het tropisch regenwoud wordt vervoerd. Onderweg twee stops met een korte rondwandeling door het oerwoud en naar een grote waterval. Het regenwoud hier is (naar wordt beweerd) de enige plek op aarde waar het bos al 120.000.000 jaar ongestoord is gebleven. Ja, inderdaad 120 miljoen jaar, sinds de tijd van het supercontinent Gondwana. Er zijn hier zo'n 1200 verschillende soorten planten, waarvan er 700 alleen hier voorkomen en natuurlijk ook tienduizenden soorten insecten, amfibieen en vogels. Daarvan zien we er een aantal tijdens een erg leuk boottochtje op de rivier bij Kuranda. In de boot zelf zitten een aantal zwaluwnesten, waarvan de bewoners continu af en aan vliegen. We varen in een zeer relaxt tempo langs plekken waar we de vissen en de schildpadden in de rivier kunnen zien en dan langs de krokodillen, die in de zon liggen te bakken. Ook zien we slangenhalsvogels, een soort enorme aalscholvers.
De sfeer zit er meteen goed in. We voelen ons heerlijk en bevoorrecht om hier zo maar te zijn. We wandelen nog een stuk door het bos langs de rivier, eten nog wat in het dorpje en gaan dan terug richting Cairns met de trein, die hier eind 19e eeuw is gebouwd voor de goudzoekers in het achterland, maar die nu nog slechts toeristen in oude rijtuigen vervoert over een traject met veel tunnels en bruggen. Ook weer erg mooi. Een mooie invulling van dag 1; nog 74 te gaan....