Door de woestijn naar Mashad
Door: Johan en Janke
Blijf op de hoogte en volg Johan
08 Oktober 2019 | Iran, Teheran
Vrijdag hebben we een lange reisdag door de woestijn. Die is meest zo plat als een pannenkoek met bergen aan de horizon en de brede asfaltweg die je vele kilometers ver voor je uit ziet liggen. Eigenlijk alleen vrachtverkeer dat we tegenkomen. Er groeit buitengewoon weinig, wat dorre polletjes verspreid over de vlakte. Zeer uitgestrekt dus. Aan het eind van de ochtend komen we aan in Kharanaq, een plaatsje met 4000 jaar historie. Het oude centrum van uit leem gebouwde huizen is al een tijd verlaten en vervallen. Dat geeft een sfeervol beeld, er zijn mooie doorkijkjes en uitzichten, zoals naar een schrijn voor een reisgenoot van Imam Reza die hier, onderweg door de woestijn, in de 7e eeuw overleed en begraven is. Delen van het dorp worden gerestaureerd, waaronder de grote karavanserai, die hier het gebruikelijke vierkante model heeft en die recent ook prachtig is opgeknapt en die als hotel dient waar we in een grote hal lunchen. De middag verder gereden door de woestijn en na donker in Tabas aangekomen. Daarover staat niets in de Lonely Planet, maar er staat een enorm en rijk versierd (zo te zien recent gebouwd) complex met daarin de schrijn van Hossein, zoon van de 7e Imam en de oudere broer van Imam Reza, de 8e Imam. Ook een bedevaartsplaats dus.
Na een nacht in een soort vakantiecomplex buiten Tabas vertrekken we zaterdag weer vroeg voor een volgende lange reisdag die ons tot dicht bij de Afghaanse grens brengt. We rijden eerst lang door de woestijn, goede gelegenheid om weer eens 'Het huis van de moskee' van Kader Abdullah te lezen, dat nu we hier zijn echt tot leven komt. Na een tijd rijden, het laatste stuk door prachtige bergen, komen we in Gonabad, waar een zeer uitgebreid 2500 jaar oud systeem van qanats is met een lengte van 77 km dat water uit de bergen naar de stad brengt. Het beginpunt van het systeem, in de bergen, ligt op 300 m diepte. Ongelooflijk hoe ze dat zo lang geleden hebben weten aan te leggen; terecht Unesco werelderfgoed. We kunnen op een plek naar de ondergrondse kanalen toe, waar het water nog steeds met 150 l/s doorstroomt. Dan rijden we door naar de moskee in de stad, die uit de 12e eeuw stamt. De leeftijd is te zien aan het ontwerp van de moskee en de koefische calligrafie. Bijzonder. Er staat nog een bezoek aan Zuzan op het programma. Dat is nog een tijdje rijden en inmiddels gaat de zon onder. Het door de politie goedgekeurde reisschema voorziet in een route via een onverharde weg die niet te doen is. Dus na een kort stukje gekeerd en door naar ons onderkomen, een 'ecologde' in Nishtifan, een klein dorp dicht bij de Afghaanse grens. Die heeft vier kamers waarin we in groepen op de grond slapen. Het is hier naar ons gevoel plotseling erg koud, voor het eerst komen de truien en jacks uit de bagage. Erg vriendelijke eigenaars, die een prima maaltijd voor ons koken. Aparte ervaring, maar het is wel aan de basic kant en met een lage deuropening waaraan ik flink mijn hoofd stoot....
Zondagochtend zien we de reden om in dit dorp te slapen: er is een complex van enkele tientallen windmolens van een apart 2000 jaar oud ontwerp: de schoepen die wind vangen staan verticaal rond de as in een scherm dat de wind er langs leidt. De as drijft daaronder de maalstenen aan. Dit is de enige streek in Iran waar dit soort molens gebruikt wordt. De molens staan in rijen naast elkaar op lemen huisjes. Dat levert in de ochtendzon weer heel mooie plaatjes op, een sfeervol geheel dat wordt gecompleteerd door de langdurige preek die vanuit de moskee over het dorp wordt rondgeschald. Dan rijden we door naar Zuzan (wat we dus gisteren niet bereikten), nu is er toestemming om over de veel snellere verharde weg te rijden. In Zuzan zijn de grotendeels nog niet uitgegraven overblijfselen van een door de Mongoolse inval verwoeste woestijnstad langs de handelsroute naar Afghanistan. Alleen de grote moskee, uit de zelfde tijd en met het zelfde ontwerp als die in Gonabad, is blootgelegd. Het is een lekker wandelingetje door de zon naar deze ruines toe. Dan rijden we door naar Khargerd, waar we de 14e eeuwse Madrassa Ghiasieh bekijken. Ook al weer een indrukwekkend gebouw dat de afgelopen jaren flink is gerestaureerd. De Russen hebben in 1941 (toen ze een deel van het land bezetten) het grootste deel van het decoratieve tegelwerk verwijderd en meegenomen (je vraagt je af waarom ze in die tijd de moeite namen). Dan is het nog weer een aantal uren rijden naar Mashad, met 3 miljoen inwoners 2e stad van Iran, door vrij dor, vlak of heuvelachtig landschap. Bij Mashad nemen we afscheid van de chauffeurs die ons de afgelopen weken op zeer prettige en professionele manier hebben rondgereden. We nemen intrek in een groot modern hotel waar duidelijk maar weinig Westerse bezoekers komen: de miljoenen bezoekers die jaarlijks naar Mashad komen zijn vooral islamitische bedevaartgangers die de schrijn van Reza komen bezoeken.
Maandag gaan we ook naar die schrijn toe. Reza is de enige van de 12 heilige imams van de Shiieten die in Iran is overleden. Hij is in 818 door een politieke tegenstander vergiftigd en hier toen begraven. In de loop der eeuwen is zijn begraafplaats uitgegroeid tot het belangrijkste bedevaartsoord in Iran en er komen (vooral shiitische) gelovigen uit alle landen naar toe. Het is een enorm complex, de grootste moskee ter wereld en er wordt nog aan gewerkt hem verder uit te breiden. Het gaat om een verzameling verschillende binnenpleinen en gebouwen. We worden bij de ingang ontvangen door een stel vriendelijke gidsen, die hier als vrijwilliger werken. Allereerst moeten de vrouwen natuurlijk in een chador gehuld worden. Die zijn licht gekleurd met bloemetjes, waardoor de groep duidelijk opvalt tussen de meest in zwarte chadors gehulde andere vrouwen. Dan lopen we door een aantal binnenplaatsen waar het ook in de ochtend al flink druk is. Alle muren en gebouwen zijn fraai versierd met kleurige tegels en de vloeren zijn van mooie natuursteen. Op alle binnenplaatsen zijn gebedsplekken voor op Mekka gerichte bogen, waar enorme tapijten voor zijn uitgerold. We komen mensen uit Pakistan, India, Afghanistan en ook uit Zweden tegen. Iedereen is blij en ontspannen. Fototoestellen meenemen in het complex is streng verboden en er lopen ook veel functionarissen rond, gewapend met een plumeau, om toezicht te houden op de naleving van gedragsregels en om mensen de weg te wijzen. Meenemen van een mobieltje en daarmee foto's nemen is echter geen enkel probleem en iedereen maakt daar ook volop gebruik van. We moeten om de haverklap op de foto met een stel pelgrims en velen komen naar ons toe om ons te vragen waar we vandaan komen. In het complex zijn musea opgenomen, een met tapijten uit alle streken van Iran en uit verschillende eeuwen. Het andere museum toont versieringen uit de schrijn die terug gaan tot de 16e eeuw, zoals kalligrafie op goud. Ook is er een mooie collectie kalligrafische kunst en, tot mijn verbazing, een afdeling postzegels en munten. De daar getoonde collecties zijn aan de schrijn geschonken. Het is een nogal diverse verzameling, al met al. Daarna worden we naar een zaaltje gebracht waar we een sapje en cakejes krijgen, een film over de schrijn zien en waar een geestelijke ons over de betekenis van Reza voor het geloof vertelt. Er wordt erg veel aan de schrijn geschonken en nagelaten en de stichting die hem beheert is daarmee een van de grootste bedrijven van Iran geworden. Alles is voor de bezoekers gratis en er is een leger van vrijwilligers die alles in goede banen leidt. We bezoeken een enorme met spiegeltjes beklede gebedsruimte. Hier wordt in het Arabisch gepreekt, in andere ruimten gebeurt dat in Farsi, Urdu en andere talen. Het centrum van het complex wordt gevormd door de schrijn zelf, die onder een hoge gouden koepel geplaatst is. De toegang tot dat gebouw is ook door hoge gouden poorten. Dat deel van het complex mogen we als niet-gelovigen niet betreden, maar het is ook van een afstandje een prachtig en indrukwekkend geheel. Een heel bijzonder complex en het bezoek was zeker een van de hoogtepunten van de reis. 's Middags rijden we naar Tus, een plaatsje dicht bij de stad, waar de beroemde Perzische dichter Ferdosi ligt begraven. Die leefde rond het jaar 1000 en heeft een zeer uitgebreid episch heldendicht, de Koningen, geschreven dat als belangrijke basis voor de huidige taal wordt gezien. Het mausoleum is in de tijd van de laatste shah in 1968 gebouwd en omvat een serie reliefs die belangrijke scenes uit het heldendicht vertonen. Onze reisbegeleider, Mohammed, vertelt er uitgebreid over. Als we rond zonsondergang uit Tus terugkomen lopen we met Rob en Jacq en twee andere reisgenoten naar het stadscentrum. Uit de Lonely Planet hebben we begrepen dat er daar in de marktwijk nog een caravanserai staat die leuk en sfeervol zou zijn. Dankzij de hulp van diverse winkeliers weten we die ook waarempel te vinden. Veel is er eigenlijk niet te zien, maar we hebben een wandelingetje door de levendige winkelstraatjes gemaakt. De caravanserai ligt vlak naast het schrijn complex, dat 24 uur per dag open is en dat 's avonds nog drukker bezocht wordt dan overdag. Alles is nu natuurlijk verlicht en dat geeft weer een aparte sfeer. Een behulpzame Iranees brengt ons naar de juiste poort en we worden daar welkom geheten en er worden chadors en een gids voor ons geregeld. Rob blijft buiten op een bankje zitten met de fototoestellen en de rest krijgt nog een tweede rondleiding. Leuk om het complex ook nog met fraaie verlichting te zien; we krijgen nogmaals sap en cakejes aangeboden en lopen na een uur tevreden weer naar buiten en terug naar het hotel.
Dinsdag staat de wekker om 3.20 uur. Iets over half vijf zitten we op het station en om klokslag 6 uur vertrekt onze trein naar Teheran. Confortabele rijtuigen en goed spoor door het meest vlakke platteland en de woestijnen. Onderweg krijgen we ontbijt en lunch met het favoriete standaardmaal hier: chicken kebab en rijst met dough (in Turkije noemen ze het ayran) als drinken. Een rustig dagje zo. Rond twee uur komen we in Teheran aan en rijden we naar ons hotel. Dat is nog wel anderhalf uur door de stad met de bus. Eerste indruk: druk en modern, verkeer is een ramp.
Woensdag hebben we nog een dagje in Teheran en die nacht vliegen we terug naar Amsterdam, waar we dan donderdagmiddag aankomen. Dat wordt nog een kort laatste verslag...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley