Naar New South Wales

De vorige keer schreven we al over onze eerste dag in Brisbane. We zijn nog 2 dagen in die stad gebleven. Op woensdag hebben we de dag besteed aan de musea. Er zit een hele groep bij elkaar op de South Bank, waaronder het gerenommeerde GOMA (Gallery of Modern Art). Dat viel ons wat tegen: een groot deel van het museum was i.v.m. wisseling van tentoonstelling gesloten en de tentoonstelling van Robert McPherson die er nog wel was sprak ons niet echt aan. Kan je zo treffen natuurlijk. De Queensland Art Gallery ernaast had op dit moment meer te bieden. Die geeft een overzicht van de ontwikkeling van de Australische kunst, waaronder een interessante afdeling Aboriginal kunst. Na de lunch nog verder in het centrum rondgelopen en ook nog langs gegaan bij het oude regeringsgebouw, waarin nu het (kleine) museum voor hedendaagse kunst van de Queensland University of Technology gevestigd is. Dat had wel twee leuke tentoonstellingen.
Op donderdag hebben we om te beginnen (via internet) onze trip naar Uluru (Ayers Rock) in het binnenland geregeld. We vliegen daar voor twee dagen heen, want erheen rijden past zeker niet in ons reisschema en we willen het toch niet missen. Het regelen had nogal wat voeten in de aarde, maar het is wel gelukt. We gaan er van 26-28 oktober heen vanuit Sydney. Dat legt meteen vast hoeveel tijd we hebben om daar te komen en om die stad te bekijken. De rest van de dag hebben we weer in Brisbane doorgebracht, nu hebben we Chinatown verkend en ook een leuke buurt rond Palmer street met allemaal mooie winkels, duidelijk voor de bovenkant van de markt, wat natuurlijk ook terug te zien is aan de mensen die er rondlopen en de cafe's en restaurants die er zitten. We lopen door naar de rivier en gaan nog eens met de boot terug naar het centrum en dan weer met de bus naar ons hotel. Het valt ons echt op hoe goed het openbaar vervoer hier geregeld is. Niet alleen zijn er frequente bussen en gratis veerdiensten, maar ook zijn nog (deels ondergronds) vrije busbanen aangelegd, die voor een snelle en ongehinderde verbinding zorgen. Als 60+er kom je al in aanmerking voor reizen voor half geld; we worden dus voor minder dan 2 Euro in een kwartier van ons hotel naar het hart van de stad gereden. Ideaal.
Vrijdag laten we Brisbane achter ons en rijden we naar het Lamington National Park, een gebied met suntropisch regenwoud zo'n 2 uur rijden ten zuiden van de stad. We zitten in O'Reilly's Retreat in het midden van het park, dat prachtig gelegen is in de bergen. Het staat op de Unesco Werelderfgoed lijst omdat je hier de sporen van 300 miljoen jaar evolutie ziet in de planten: de varens, de pijnbomen en de loofbomen staan hier nog allemaal. Bovendien een enorme diversiteit aan vogels, waaronder veel kleurige papagaaien. We maken een wandeling met een ranger die uitgebreid vertelt over wat er te zien is en allerlei dingen laat zien waar we anders zomaar aan voorbij waren gelopen, zoals het hol van trap door spiders. We genieten bij de zonsondergang van de fraaie uitzichten en van de wallabies die rond die tijd uit het bos tevoorschijn komen. We komen hier bij het (toch echt niet zo grote) hotel overigens minstens acht andere Nederlanders tegen.
Op zaterdagochtend vroeg is er vanuit het hotel een vogelwandeling, alweer met goede begeleidig. We zien een heel aantal soorten, waarvan een deel op ons af komt om gevoerd te worden. Het nest dat het mannetje van de diepblauwe Bower bird maakt om een vrouwtje te verleiden is prachtig versierd met bloemen, bessen en blauwe plastic rietjes en doppen. We rijden weer uit het park weg richting de kust. Southport ligt aan de Gold Coast ten zuiden van Brisbane. Daar wandelen we even rond; het is duidelijk dat de kust zijn naam eer aandoet met dure huizen en hoogbouw langs het langgerekte strand met mooie baaien en kreken. De plaats Surfers Paradise is daarvan het centrum; wij rijden er langs de drukke kustweg doorheen naar Coolangatta. Daar is de grens van Queensland met New South Wales. Op de grens staat aan de kust een monument annex vuurtoren, gewijd aan Captain Cook die deze plek Cape Danger gedoopt heeft. Na precies 5 weken in Australie rijden we dus onze tweede deelstaat binnen. We hebben nog 6 weken voor de volgende vijf deelstaten die we gaan bezoeken... We hadden het gevoel dat we alle tijd hadden, nu begint het te voelen alsof we te weinig tijd zullen hebben en dat we eigenlijk langer zouden moeten blijven (dat zou ons ook zeker niet tegenstaan). In NSW gaat ook de klok een uur vooruit: hier heeft men zomertijd, zodat de zon niet meer om kwart voor zes ondergaat, maar om kwart voor zeven, dat voelt beter. Vanaf de grens rijden we verder langs de kust van NSW. We stoppen bij een kaap tussen twee baaien, waar een mooi uitzicht op de kust en op de zee is. In zee zien we een aantal walvissen voor de kust langs zwemmen. Mooi hoor. Het bekende Byron Bay slaan we over, we zijn gewaarschuwd voor overmatige drukte daar in het weekend, we rijden dus door een prachtig heuvellandschap naar Lismore, een stadje wat meer in het binnenland, dat beschreven wordt als regionaal cutureel centrum. Dat zien we er niet echt van af, maar we vinden er wel een erg leuk restaurant waar we heerlijk en gezellig eten.
Op zondagmorgen rijden we eerst nog een stukje verder landinwaarts naar Nimbin, waar sinds een Aquarius-festival daar in 1973 een stel hippies is blijven wonen die er allerlei winkeltjes en eettentjes met alternatieve koopwaar en verantwoord eten hebben opgezet. Men beijvert zich er ook voor het legaliseren van wiet; een van de wapenfeiten is dat het geslaagde verzet vanuit dit dorp tegen een kapvergunning voor een nabij stuk regenwoud in 1979 de aanzet is geweest voor betere natuurbescherming in heel NSW. Het dorp is leuk om doorheen te lopen en wat te drinken bij een van de cafees; relaxte sfeer (zoals je je kunt voorstellen). Van daar uit rijden we (opnieuw door prachtige landschappen) naar het leuke vissersplaatsje Yamba aan de monding van de Clarence rivier. Ook hier weer een gezellig centrum en mooie uitzichten over de uitgestrekte baaien. Dan door naar Grafton, weer wat meer landinwaarts. Onderweg stoppen we in Ulmarra, een oud dorpje van een straat, nu gevuld met winkeltjes met curiosa en ook een goed voorziene tweedehands boekwinkel, waar we een paar boeken kopen. Grafton is een regionaal centrum met brede straten met veel Jacaranda-bomen, die nu allemaal uitbundig in bloei staan met paarse bloemen. Leuk om even ronnd te lopen, maar verder op zondagmiddag niet veel te beleven, behalve de in TripAdvisor hoog aanbevolen ijssalon I Scream, met fraaie jaren 60-inrichting (en Lucy Ball op de TV).
Al met al een aantal dagen met een afwisselend programma van kust en binnenland, natuur en steden. We doen veel, maar de afstanden zijn relatief kort, dus het is goed te doen.