Jodhpur en Jojawar

Zondagmorgen vroeg vertrekken we weer uit Jaisalmer en rijden in de richting van Jodhpur. We rijden een hele tijd door de dichte mist, nauwelijks wat te zien, maar gelukkig verdwijnt die kort voordat we in Jodhpur ankomen. Weer een mooi hotel, Devi Bhawan, waar we een snelle lunch krijgen voordat we doorrijden naar de binnenstad. Jodhpur is een grote stad, de 2e van Rajastan, dus we rijden een tijd door de stad voordat we bij de ommuurde binnenstad aankomen. We rijden eerst naar de crematieplaats van de maharadja's, de Jaswant Thada, prachtige marmeren paviljoens ter herinnering aan de monarchen. Dicht daarbij is het enorme fort, dat op een versterkte heuvel binnen de stad ligt. Dit keer staat er alleen een paleiscomplex binnen de muren, waar we ruim een uur in rondlopen. Er is een leuke audiotour, waar o.m. ook de maharadja zelf en zijn moeder vertellen over hun leven in het paleis. Fraaie woonvertrekken en mooie vensters met stenen traliewerk van waarachter de vrouwen naar het leven buiten kunnen kijken. Heel mooi en indrukwekkend. Er is ook nog een mooie fototentoonstelling over een groep ecologisch bewogen Indiers.
Na het fort lopen we de heuvel af richting de oude stad. Jodhpur staat bekend als de blauwe stad omdat velen hun huis blauw schilderen. Heel levendig en leuk om doorheen te lopen. We lopen richting de centrale markt en de clock tower door een lange winkelstraat waar het erg druk is. Al die toeterende scooters gaan op een gegeven moment wel op de zenuwen werken. We zijn blij als we na anderhalf uur wandelen bij de clock tower aankomen. Vlak daarbij is een haveli waar we op het dakterras een cocktail drinken. Prachtig uitzicht op het fort.
Met de tuktuk rijden we terug naar het hotel waar we borrelen en (ook alweer) heerlijk eten met de groep. 's Avonds wordt het elke avond behoorlijk fris, maar dit keer is de kamer gelukg redelijk warm.
Op maandag rijden we op een redelijke tijd door naar Jojawar, een klein dorp waar we nog nooit van gehoord hadden, maar er zit een oud garnizoensfort dat is omgebouwd tot aantrekkelijk hotel met allure. De chauffeur moest wel zoeken en we rijden over een reeks kleine weggetjes door het platteland.
De ontvangst in het hotel is een mooi ritueel met tromgeroffel, welkomstdrankjes en uitgestrooide bloemblaadjes, strak geregisseerd door de manager van het hotel. Het hotel en ook onze kamer ziet er prachtig uit. We lopen naar het dorpje en de kleurrijke markt. Leuk om zo ook het dorpsleven van nabij mee te maken. Zeer fotogeniek, ook.
We krijgen een copieuze lunch en gaan dan op pad naar een treinstation van Phulad op een half uur van het dorp. We worden gereden met een klassieke open Chevrolet bus, die veel bekijks trekt. Iedereen in het dorp zwaait naar ons.
De trein, een gewone lokale trein met verder allemaal Indiase passagiers, komt met een kwartier vertraging aan en blijft ook een kwartier op het station staan voordat hij door een verrassend mooi en afwisselend landschap in een uurtje naar het volgende station rijdt. Heel heuvelachtig en onbewoond land. We zien een hoop apen en vogels, maar eigenlijk helemaal geen mensen. Verrassend om te zien, het komt niet overeen met ons beeld van Rajastan. Onderweg stopt de trein bij een hele troep apen, die meteen de trein in beginnen de klauteren op zoek naar eten. Indiers zijn kennelijk gewend ze hier ook eten te geven. Bij het volgende station, Khamblighat, staat de bus weer op ons te wachten om ons terug te rijden. Dat is weer een mooi ritje door het landschap; onderweg komen we alleen maar een paar schaapherders tegen.
's Avonds eten we alweer heerlijk en gezellig op een binnenplaats van het hotel.