Bikaner

We vertrekken op donderdagmorgen vroeg naar Bikaner door een steeds droger wordend vlak landschap. Af en toe rijden we door een dorpje, maar al met al niet veel schokkends. Alleen zijn ze hier en daar met de weg bezig en dat zorgt voor flink gehobbel en riskante verkeerssituaties met tegenliggers op de ene beschikbare weghelft. Vlak voor Bikaner stoppen we rond het middaguur bij de Rattentempel, waar ratten in ere worden gehouden als reincarnatie van overleden leden van de muzikantenkaste. Er lopen daar dus vele honderden ratjes rond die flink gevoerd worden, en dat trekt natuurlijk ook vele duiven die het uitgestrooide zaad ook wel lusten. Apart om daar tussendoor te lopen in het (verder niet erg bijzondere) tempelcomplex.
Rond half drie zijn we bij ons fraaie hotel in Bikaner en gaan op weg in tuk tuks. Eerst naar het fort, de residentie van de maharadja van Bikaner, met een enorm paleis binnen de muren. Fraai steenhouwerswerk is er vooral te zien en overdadig ingerichte troonzalen. Ook de nodige curiosa uit de Britse tijd.
Na het fort rijdt onze tuk tuk ons naar de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad: een aantal fraaie haveli's en een drukke markt. Wat ons opvalt is het grote aantal 'heilige koeien', maar in verweg de meeste gevallen zijn het feitelijk stieren die op hun dooie akkertje door de stad struinen en hun kostje bij elkaar scharrelen. We worden gewaarschuwd ze goed met rust te laten. Het geeft wel een heel aparte sfeer in de stad, de mensen zijn vrolijk en behulpzaam. Tenslotte gaan we naar een mooie Jain tempel. Tegen zonsondergang staan we op het dak. Helaas was het de hele dag wat mistig en heiig, dus op andere dagen is het uitzicht vast nog mooier, maar ook nu was het zeer de moeite waard.
's Avonds gaan we weer met z'n allen in ons hotel eten, maar ook nu is het allemaal even heerlijk. We vrezen beduidend zwaarder terug te komen dan we vertrokken!